Van AOW tot ZW: Termen en afkortingen op het gebied van werk en wetgeving

Wat is jobcarving? Wat is het verschil tussen spoor 2 en spoor 3? Waar staat WEP voor? Wat betekent wajong? De wereld van werk en voorzieningen barst van de afkortingen en termen, soms behoorlijk verwarrend. Wij hebben ze allemaal voor je op een rijtje gezet.

AO: Arbeidsongeschiktheid
AOW: Algemene Ouderdomswet
CAO: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Detacheren: Bij detachering worden werknemers tijdelijk uitgeleend aan een ander bedrijf. Dit bedrijf kan werknemers aannemen die eigenlijk in dienst zijn van een detacheringsbureau. Hierdoor staat de werknemer niet op de lijst van werknemers van het bedrijf waar hij of zij werkt, maar op die van het detacheringsbureau.
FTE: Full-Time Equivalent (voltijdequivalent)
IOAW: Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
IOAZ: Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen
IVA: Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten
Jobcarving: Jobcarving is het aanpassen van taken in een functie om werk geschikt te maken voor mensen met beperkingen. Het doel is inclusiviteit en optimale inzet van individuele talenten te bevorderen, wat zowel werknemers als werkgevers ten goede komt. Dit proces past functies aan op basis van vaardigheden en capaciteiten, waardoor diverse medewerkers effectief kunnen bijdragen aan het arbeidsproces.
LDS: Loondispensatie
LISV: Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen
LKS: Loonkostensubsidie
LKV: Loonkostenvoordeel
LLO: Leven Lang Ontwikkelen
Loonheffing: Belasting en premies die worden ingehouden op het loon
Nug: Niet Uitkeringsgerechtigden
Outplacement: Outplacement is begeleiding voor ontslagen werknemers om hun overgang naar nieuw werk te vergemakkelijken. Dit omvat loopbaanadvies, sollicitatiehulp en vaardigheidstraining. Het doel is een soepele overgang naar een nieuwe baan en het maximaliseren van kansen op werkgelegenheid. 
Re-integratie: Re-integratie is het proces waarbij een arbeidsongeschikte persoon, met steun van werkgever en instanties, terugkeert naar werk. Het omvat aanpassingen, training en begeleiding om de werkhervatting en participatie te bevorderen na bijvoorbeeld ziekte of letsel.
RIV-toets: RIV-toets (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) om te beoordelen of werkgever en werknemer voldoen aan de eisen van de Wet verbetering poortwachter.
Spoor 1: Re-integratie binnen de eigen organisatie, gericht op terugkeer naar huidige of aangepaste functie. Werkgever en werknemer spannen zich in voor passend werk en optimale arbeidsomstandigheden.
Spoor 2: Buiten de eigen organisatie zoeken naar geschikt werk als terugkeer naar eigen werk niet mogelijk is. Nieuwe werkgever kan worden betrokken voor passende functie.
Spoor 3: Werken aan werkervaring buiten eigen organisatie, bijvoorbeeld via vrijwilligerswerk of stages. Dit bouwt vaardigheden op en vergroot kansen voor latere re-integratie in reguliere arbeid.
Spoor 4: Combinatie van re-integratietrajecten. Meerdere mogelijkheden en aanpakken worden tegelijkertijd verkend om werknemer effectief en duurzaam terug te brengen naar werk.
SROI: Social Return On Investment, heeft als doel werkgelegenheid te creĆ«ren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zonder verdringing op de arbeidsmarkt. Inkopers van de overheid en semioverheid kunnen SROI-verplichtingen opleggen bij het verstrekken van opdrachten. Dit betekent dat ze de opdrachtnemer aansporen of verplichten om kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt te betrekken. Een bepaald percentage (meestal 5%) van de opdrachtsom of loonsom moet besteed worden aan SROI.
SVB: Sociale Verzekeringsbank
SW: Sociale Werkvoorziening
SZA: Sociale zekerheid en arbeidsmarkt
TW: Toeslagenwet
Twv: Tewerkstellingsvergunning
UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
WAO: Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Wav: Wet arbeid vreemdelingen
WAZ: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen
WEP: Werkervaringsplaats
WGA: Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten
WIA: Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WML: Wet minimumloon
WSP: WerkgeversServicepunt
WVP:
Wet verbetering poortwachter
WW: Werkloosheidswet
WWB: Wet Werk en Bijstand (nu Participatiewet)
Ziektewet-uitkering: Tijdelijke uitkering bij ziekte
ZW: Ziektewet